Het scholingsseizoen is van start gegaan. Er zijn weer volop nieuwe scholingen waar je met een frisse kijk op de zaken een update krijgt van bestaande richtlijnen en protocollen in de chronische zorg. Zo was ik gisteren bij een casuïstiekbespreking rond diabetes. Heerlijk om met een groep enthousiaste praktijkondersteuners te brainstormen over de behandeling van deze groep patiënten en de inzet van medicatie volgens de NHG-Standaard. Met name over de inzet van SGLT2-remmers valt veel te bepraten. Wordt het conform de richtlijn als eerste middel voorgeschreven bij patiënten met diabetes mellitus type 2 en eerder doorgemaakte hart- en vaatziekten? Wanneer overleg je over het beleid en met wie? Kortom, veel om met elkaar van gedachten te wisselen en van elkaar en de sprekers te leren.
Het is soms nog niet zo gemakkelijk. Er zijn de laatste jaren veel nieuwe ontwikkelingen geweest in de behandeling van patiënten met diabetes. Daarom zijn scholingen en intervisie zo van belang, met elkaar op zoek naar de juiste manier van behandelen. Ik word er in ieder geval altijd wijzer van en zelfverzekerder in het nemen van mijn beslissingen.
Goed op weg met richtlijnimplementatie
Het begint in ons normale denken te passen. Gewoon doen! De richtlijn zegt bij zeer hoog risico (HbA1c > 53) en nog niet behandelde diabetes type 21:
- Stap 1: start SGLT2-remmer (of GLP1-agonist bij contra-indicatie SGLT2-remmer). Kom je niet uit of is de HbA1c nog te hoog, dan volgt
- Stap 2: metformine (of GLP1-agonist, als metformine al gebruikt wordt),
- Stap 3: start GLP1-agonist, of één van de overige middelen als metformine en SGLT2-remmer of GLP1-agonist al gebruikt worden.
Nierfunctie
Verder is het ook interessant om te weten dat mensen met diabetes type 2 en/of hartfalen veelal een vals verhoogde eGFR hebben en dat na de inzet van een SGLT2-remmer de eGFR gaat ‘dippen’. Dat is precies wat we willen zien. Het betekent dat de medicatie werkt; de ‘normale nierfunctie’ komt boven water en er ontstaat er een betere regulering van de nieren door het uitplassen van glucose en zout. Dit verlaagt de druk op de nieren en kan de albuminurie verminderen. Ook kan behandeling leiden tot verlaging van het risico op herhaling van een cardiovasculair event2,3.
Opgefrist!
Toch lekker om zo weer wat kennis op te halen en met elkaar te delen. Ik hoop dat jullie er net als ik van opfrissen. Als ik nu naar buiten kijk is het toch geen weer om in de zon te zitten: regen, regen, regen. Maar dat mag de pret niet drukken. Het is fijn om de tijd te hebben om te ontwikkelen en door te groeien in kennis in ons mooie vak. Praktisch gezien zou ik zeggen: Maak een uitdraai van de groep mensen met DM2 en een zeer hoog risico volgens tabel 1 van de NHG-Standaard en kijk of die zijn ingesteld volgens de richtlijn1. Dan zie je snel wat je nog kan doen om de richtlijn te implementeren. Dat kun je ineens doen, of je kunt een label maken zodat je bij een volgend patiëntencontact de behandeling kunt aanbieden waar de patiënt voor in aanmerking komt.
Adrie Schaap-de Jong
Professional chronische zorg
Bronvermelding
- Nederlands Huisartsen Genootschap. (2021). *NHG-Standaard Diabetes mellitus type 2*. https://richtlijnen.nhg.org/standaarden/diabetes-mellitus-type-2
- Zinman, B., et al. (2015). "Empagliflozin, Cardiovascular Outcomes, and Mortality in Type 2 Diabetes." New England Journal of Medicine, 373(22), 2117-2128
- Neal, B., et al. (2017). "Canagliflozin and Cardiovascular and Renal Events in Type 2 Diabetes." New England Journal of Medicine, 377(7), 644-657
Meer weten over de NHG-Standaard Diabetes Type 2?